Het schrijven van mijn tweede roman liep op wieltjes, sommige dagen zelfs als een trein.
Tot corona alsmaar dichterbij kwam en de focus afnam ...
Je begint nauwgezet de nieuwsberichten te volgen, want je wil op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen. Je begint vanaf half maart zelfs cijfers te noteren, want het woord 'exponentieel' is gevallen. Je staart naar de curve. Je vat het nog niet helemaal...
Is dit echt? Best even weglopen van het pc-scherm. Buiten merk je dat de lucht sedert het aanhoudende storm- en regenweer nog nooit zo strakblauw is geweest. Zie je het goed? Is die bruine laag boven de horizon dunner geworden? Is het niet alleen boven Beijing dat de hemel is opgeklaard? Zou er iets gaande zijn met ons klimaat? Is er schoorvoetend een of andere collateral profit ingezet?
Koppeltjes eenden vliegen over. Pril geritsel en vogelgefluit in bottende struiken en bomen. De lente is in het land.
Een loeiende sirene nadert. Het is een intensive care wagen. Om iemand op te halen, weg te voeren? Akelig.
Eerst praat je er honderduit over met je huisgenoten. Over de uitgevaardigde maatregelen, goede en minder goede, over de evoluerende cijfers, de moed en opoffering van al die helpende handen. Maar het wordt niet allemaal meer uitgesproken. Er valt al eens een stilte. Elkeen verwerkt het nieuws dat maar blijft binnenstromen liefst op zijn eigen manier.
Wel 's avonds, om acht uur, even het balkon op om te applaudisseren, schroomvol, uit solidariteit. De echo tussen de gebouwen geeft het valse gevoel dat je met velen bent.
Het begon als ontkenning, sloeg daarna al gauw om in paniek. Intussen werd een wereldwijde mobilisatie van mensen en middelen op gang gebracht.
Het is bang afwachten, hopen en vertrouwen.
Reactie plaatsen
Reacties