27/06/2021

'DE COILLIES' VAN OUD-DESSELGEMNAAR JOHAN VANDERBRUGGHEN

 


DESSELGEM

 

We kwamen op een verrassende manier terug in contact met Johan Vanderbrugghen, een oud-klasmakker van het jaar 1952 uit Desselgem. Hij schreef De Coillies, een verhaal dat zich afspeelt in een dorp aan de West-Vlaamse Leie-boorden, in de met verlaten roterijen bezaaide voormalige vlasstreek. Daarin neemt hij ons mee in wat het Desselgem zou kunnen geweest zijn in de vroege jaren zeventig. Het is zijn tweede publicatie. Behalve romans schrijft hij ook columns ('En passant') en af en toe een kortverhaal waarin zijn alias Angelo Mattie – dit is eveneens de naam van zijn literaire blog – onwaarschijnlijke lotgevallen te beurt vallen. Verder presenteert hij op zijn site ook nog gedichten ('De tiende muze') en schilderkunst ('Galerie').


WAREBER  (e-Waregem - Seniorennet)

 
   Johan Vanderbrugghen, gewezen Desselgemnaar, verkaste reeds op het einde van de basisschool naar een internaat ergens in Brabant. 'Op mijn 18 jaar ben ik blijven hangen in Leuven voor mijn studies aan de univ. In de auditoria van de faculteit Psychologie werd ik verliefd op Annette, jaargenote. We zijn getrouwd in '75, kregen 2 kinderen en intussen ook 3 lieve kleinkinderen. Ik heb het grootste deel van mijn actief leven in Brussel en Vlaams-Brabant gewerkt.'
'Al zijn er nauwelijks rechtstreekse verwijzingen in mijn boek, er mag geen twijfel over bestaan dat het verhaal zich afspeelt aan de boorden van de Leie… waarmee ik wil zeggen dat de locatie in mijn hoofd autobiografisch is, al leerde ik als inwoner van de afgelegen 'Leemput' de Leikant vooral kennen via de tochten met de chiro. Al de rest is pure fictie, mag ik hopen…'


HERINNERINGEN

Bij onze hernieuwde kennismaking bleek Johan alvast nog goede herinneringen over te houden aan zijn kindertijd in Desselgem.
'Op de veel te kleine koer (lagere klassen) speelden we voetbal, soms meerdere ploegen door elkaar, soms bleef het beperkt tot alleen maar vrijschoppen sjotten naar de goal ... We speelden met de 'top' (tol, in goed Nederlands), 'kappen' (met de pin ondersteboven, het touw strak in tegengestelde richting opgewonden) mocht niet, was heel gevaarlijk … met risico op straf, maar meester Dolf kwam kwansuis al eens een demonstratie geven!'

'Op de grote koer (hogere klassen) konden we 's winters onbeperkt baantjes glijden op het ijs … Bij vorst, als er geen ijs lag, goten de meesters al eens enkele emmers water uit zodat we toch konden 'sleren'... Op een dag stortte een deel van het plafond in de traphal op de eerste verdieping in … veel stof en overal brokken … we waren maar net aan een ramp ontsnapt … hoogtijd dus dat die nieuwe school op 'de Balling' klaar was. In de nieuwe school volgden we nog het zesde leerjaar bij meester Daniel Bossuyt. Andere meesters, voordien, waren achtereenvolgens Dolf Derammelaere, Roger Van-derbauwheden, Robert Vanderjeugd, Aloïs Stofferis en Robert Deschilder...'


'Ik herinner me nog levendig onze almaar wisselende spelactiviteiten: voetbal … tikkertje … tak … knikkeren (we hebben úren geknikkerd, daar op dat muurtje achteraan de koer van de oude school; met een pot: marbels, toeties, zaadjes... bikkelen … manillen met de kaarten … klakkebos ... de hoelahoep (of was dat alleen voor de meisjes?) … skoebidoe … meikevers (wiens beestje zou het eerst tevoorschijn klimmen uit een hoopje zand?) … kaartjes sparen en uitwisselen over de koers, het voetbal...'

'Op zondag was er de chiro met de vendelopstelling op het plein achter de kerk (met de meisjes van de Kroonwacht een beetje verderop). En dan naar het lof met pastoor Martens en ook al eens onderpastoors Ollevier of De Jonge... Zoektochten langs de Leikant met een ‘message in a bottle’, de dorst lessen (aan de pomp op het hof van Lambrecht?) ... Ik zong mee in het koor met wekelijkse samenkomst in een van de chirolokalen op de eerste verdieping. Ik herinner mij nog het engelengeduld van Lucien Vandenhende, want niet iedereen had een vaste stem, kon noten lezen of had er echt goesting in. Er was ook de verslavende geur van vers gedrukte alcohol stencils, onze ademdamp ’s winters in het ijskoude zanglokaal. En Lucien die na de les met mij meereed in de richting van de verre Leemput … een fijne man'.

'We zijn in onze kindertijd in Desselgem en omstreken groot geworden tussen de vlaskapellen en roterijen, maar we maakten ook de gestage opgang mee van de weverijen, eerst van meubelstoffen, daarna van tapijten. En zo moesten de vertrouwde hoog geladen vlaswagens plaatsmaken voor de camions van Edmond Depaire, Fenaux en nog andere.
In de Leemput en iets verder, voorbij 'de Knok', zaten we er middenin: Verstraete – Callens - Vandenbogaerde – Verbeken – Verbauwheede (zelfs mijn ouders zijn er een tijd actief in geweest). Veel van die firmanamen eindigden met -ex, -tex, -dex, zo typisch voor de streek.'

'Er waren ook ten allen kanten duivenmelkers … Op zondagvoormiddag, na de laatste berichten, ging de duivenmelker, geassisteerd door enkele liefhebbers uit de buurt, ongeduldig buiten zitten wachten, stil pratend want de vogels konden elk ogenblik vallen ...

 



Een gelijkaardige stilte bij de vinkenzettingen in onze straat voor ons huis, eveneens op zondagvoormiddag... en de hanenzettingen... Minder stil waren de dagen waarop de caravaan van een of andere wielerklassieker voorbijtrok …'

'Wie relatief ver van alles verwijderd woonde, was aangewezen op de fiets. Ik fietste graag en veel … wij hadden in onze straat wel een kruidenier (annex aan café de Bellevue) en in de andere richting een beenhouwer (gevestigd aan de statie in de Salle d'Attente), maar voor brood moesten we minstens naar Spriete … of waren we aangewezen op de winkels in de Libaertstraat, Nieuwstraat (Stroate) ... Ik heb in die tijd heel wat kilometers afgemaald... Als iets niet in Desselgem te vinden was, dan ging het richting Deerlijk (binnenweg langs verre meter, het kapelletje, het hof van Vermeulen...) Dat was veel veiliger dan de Gentsebaan te moeten oversteken.'

'Met de fiets ging het ook al eens, heel zelden, naar Waregem, ook dan langs veilige binnenwegen (via de Meelstraat of de Evangelieboom en dan verder langs Nieuwenhove (Nienove), grotendeels door de velden). Het bleef beperkt tot een winkelbezoek in de Stormestraat of hoogstens eens tot op de markt. Ik herinner mij nog vaag de aanleg van de stadionvijvers en die fameuze brug over het water ter gelegenheid van het wereldkampioenschap koers in 1957. Naar het einde van mijn scholierentijd, toen de reis naar en van het internaat niet langer per bus maar met de trein gebeurde, heb ik Waregem beter leren kennen... muziekwinkel Baert, waar ik mijn eerste LP's kocht.., de eerste grootwarenhuizen. Zoals je ziet, me iets méér herinneren over Waregem lukt me nauwelijks. We hadden toen nog onze eigen kerktoren om onder te leven.'


SCHRIJVER WORDEN

'In mijn kindertijd durfde ik al eens stiekem een verhaaltje schrijven of liever de aanhef ervan, enkele regels. Ik weet met stelligheid dat ik er nooit eentje heb afgewerkt. Tijdens mijn actieve loopbaan heb ik veel geschreven, alhoewel vrijwel uitsluitend zakelijke teksten, en lezen heeft me steeds geboeid: wereldklassiekers, auteurs van eigen bodem.

Toen mijn pensionering in zicht kwam begon het, tot mijn eigen verbazing, terug te kriebelen. Ik zou boeken schrijven, fictie. Hoe dat aanvankelijk verliep? Je begint eraan en je stelt vast dat er toch wel een aantal delicate biografische elementen zijn ingeslopen. Misschien zijn ze te herkenbaar, ze zouden sommige personen kunnen kwetsen, vrees je dan... Die allereerste roman heb ik toch maar helemaal afgewerkt en aan een drukker aangeboden. Het boek ligt hier. Datum van niet-verschijnen: 2018. Er volgde meteen een tweede. Ook dat boek ligt hier. Datum van niet-verschijnen: voorjaar 2019. Wat ik er verder mee aanvang? De toekomst zal het uitwijzen.'

'En toch is deze manier van werken heel nuttig gebleken. Je bent en cours de route een deel ballast uit je eigen leven kwijtgeraakt... Tijdens het schrijven ondervind je de behoefte om enkele romans terug uit de boekenkast te halen en opnieuw te lezen, aandachtiger nu, je leert de stiel.. Eind 2019 was Niets dan scherven klaar, een verhaal over hoe een arbeidersfamilie worstelt met een onverwacht opduikende gênante situatie: van verontwaardiging en beschuldiging, over ontkenning en verdringing tot de totale ontreddering, het onvermogen ook om met deze werkelijkheid om te gaan. Ik koos er toen voor om mijn eerste officiële roman uit te geven in eigen beheer. Het is immers niet gemakkelijk om als de-buterend fictieauteur in het uitgeversbastion in te breken. Nu is er De Coillies – kroniek van een vermissing , uitgegeven via Brave New Books (mei 2021).'
'Hoe ik het liefst schrijf? Een ernstig thema wordt beter niet nog eens bezwaard met een zware schrijfstijl.


Er moet  plaats  zijn  voor  een  gevarieerd palet aan emoties, voor een lach en een traan, zoals in het echte leven. In een goed geschreven roman passen daar herkenbare karakters bij, typetjes die je meteen herkent, zoals in mijn 'café De Rootput', waar een caleidoscoop aan karakters  zich laat ontdekken in de gekruide dialogen die protagonisten en figuranten (Vancoillie, Rigolle, Biebuyck, Rappoeye, Duyvetter, Vanrespaille...) met elkaar voeren. Die typische sfeer proberen neer te zetten, ergens in een West-Vlaamse dorpsgemeenschap, leek mij min
stens zo belangrijk als het bedenken en uitwerken van een spannend scenario. Mijn lange afwezigheid uit de streek, die toch ook de mijne was, leek me een goede manier om vanop de nodige afstand ziel en typische gedachtekronkels van deze dorpsgemeenschap te kunnen vatten en weergeven. Op de vraag of er in De Coillies biografische elementen terug te vinden zijn, heb ik daarnet al onrechtstreeks het antwoord gegeven. En toch: geen enkele naam komt, althans in mijn hoofd, overeen met een échte persoon. Indien iemand zich in een van de personages zou herkennen, dan is dit louter toevallig. Hoe ik te werk ga bij de keuze van familienamen? In een gedateerde 'Witte Gids' (zones Brugge, Veurne en Oostende) ga ik op zoek naar sprekende familienamen. Uiteraard heb ik veel en met graagte geput uit mijn herinneringen van hoe het was in de vroege jaren '70 en daarvoor. Het betreft sommige straten en locaties, de Leikant, de oude roterijen en al eens een situatie die me voor die tijd typisch en gepast leek om ze in het verhaal te verwerken. Voor wie nieuwsgierig is naar meer, geldt ook hier: 'the proof of the pudding is in the eating.''



DE COILLIES

'De Coillies – kroniek van een vermissing –' is een uitgave van Brave New Books (05/2021). Daarin beschrijft Johan de onrustwekkende verdwijning van een tiener, Beatrijs Van Coillie. De feiten, die zich afspelen tijdens een zomernacht in de vroege jaren '70 op en rond het erf van de familie Van Coillie, slaan de lokale gemeenschap van een dorp in de West-Vlaamse Leiestreek met verstomming. In café De Rootput wordt uitvoerig over de kwestie gedebatteerd en bij gebrek aan concrete aanwijzingen vooral gespeculeerd. Sommigen wijzen met een beschuldigende vinger in de richting van Adrien, oudste broer van de vermiste. Maar het speurwerk, waarbij naast de opsporingsdiensten de plaatselijke veldwachter de hoofdrol probeert op te eisen, leidt hoogstens tot enkele onbeduidende resultaten, tot het onderzoek helemaal doodbloedt.

Bijna 50 jaar na de feiten zullen een onverwacht opduikende oude brief, een belangwekkende ontdekking onder de voutekamer van het verwaarloosde hof van de Coillies en ten slotte de afbraak van een gewezen roterij voor de doorbraak zorgen in het heropende onderzoek. Voor de goegemeente, maar niet in het minst voor enkele intimi, worden oude wonden opengereten en vergeten gewaande emoties terug tot leven gewekt.

Johan Vanderbrugghen is psycholoog op rust, en dat weerspiegelt zich in zijn schrijfsels. Ook in z’n jongste roman De Coillies zijn de karakters uitgediept en de dialogen écht. 'Het verhaal komt het best tot zijn recht via levensechte dialogen', zegt hij, 'en ik schuw geen onderwerpen uit de taboesfeer, integendeel, ik zoek ze bewust op. Omdat het essentieel is dat thema's zoals huiselijk geweld en andere vormen van misbruik bespreekbaar worden gemaakt, ze zijn immers universeel en van alle tijden. Mechanismen zoals ontkenning en culpabilisering, niet zelden gehanteerd om de naam van het eigen instituut (vereniging, kerk, familie...) niet beschadigd te zien, zijn hierbij vaste ingrediënten, terwijl het slachtoffer geen stem krijgt, vaak verweesd in de kou blijft staan. En dan heb ik het nog niet over de onvoorstelbare psychische schade die is aangebracht.'



De roman is te koop in de webshop en in de boekhandel
ISBN: 9789464352795